De ontbinding van wederkerige overeenkomst is jarenlang voorwerp geweest van intensief debat in de doctrine en voorwerp van vele principiele uitspraken van de Hoge Raad. In de kern gaat het telkens om de kwestie dat de ontbindingsbevoegdheid zeer ruim is (“iedere tekortkoming geeft recht op ontbinding”) wat voor de tekortschietende schuldenaar bepaald onredelijk kan zijn, met name als het gaat om duurovereenkomsten en met in situaties van overmacht.
In deze videocursus worden deze diverse ontwikkelingen besproken en in perspectief geplaatst.
In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de positie van de “tenzij-clausule”, mede vanuit wetshistorisch perspectief, en de (beperkte) mogelijkheden van ambtshalve toetsing door de rechter. Daarnaast gaat veel aandacht uit naar de gedeeltelijke ontbinding, mede in vergelijking met de vordering tot schadevergoeding. Ten slotte zal aan de van een aantal prejudiciële vragen die de Hoge Raad recentelijk heeft beantwoord de verhouding tussen de hoofdregel en de uitzondering van art. 6:265 BW inzichtelijk worden gemaakt.
Deze cursus is opgenomen in onze vernieuwde studio in HD-kwaliteit. Topkwaliteit is gegarandeerd en u kiest zelf wanneer u de cursus wilt volgen!
© Opname mei 2019
Doelgroep: | advocatuur | Prijs: | € 187,- ex. btw |
Niveau: | gevorderd | Punten: | 2 PO/PE |
Duur: | 02:00 u |